De Fyra V250 treinen zijn niet alleen extreem gevoelig voor storingen, maar ook zo onveilig dat de spoorwegen er niet mee willen rijden. Gelukkig zijn er ook hsl-treinen die wel kunnen rijden.
Onderzoekers die de treinen in opdracht van de Belgische Spoorwegmaatschappij NMBS onder de loep namen, lieten weinig heel van de V250 treinstellen waarmee de Fyra, de merknaam van de Nederlandse hogesnelheidslijn, zou gaan rijden. De treinen hadden 26 cruciale gebreken.
Waarom heeft de NS dan deze treinen van de Italiaanse producent AnsaldoBreda aangeschaft? Er was in het verleden al meer misgegaan, onder andere met de levering van dieseltreinen aan Denemarken. Bovendien had AnsaldoBreda nog nooit zelf een hogesnelheidstrein ontworpen. Dit was de eerste keer.
Fyra: goedkoop bleek duurkoop
Het lijkt erop dat de NS dacht dat het door de relatief goedkope stuksprijs van de treinstellen, 20,7 miljoen euro, een beter bod kon neerleggen bij de aanbesteding. De spoorwegen boden de overheid 160 miljoen per jaar – een bedrag dat overigens nog nooit daadwerkelijk is betaald. Dat was het dubbele van het aanbod van Veolia dat naar eigen zeggen 80 miljoen bood voor de exploitatie.
Dat lijkt achteraf niet zo'n handige keuze. Veolia was waarschijnlijk met Franse treinstellen gaan rijden die we kennen van de Thalys en die rijden prima.
Een andere optie was geweest dat de NS zelf voor zekerheid was gegaan en treinstellen had gekocht die zichzelf al bewezen hadden, want die zijn er namelijk genoeg. Het was wel duurder geweest. Een echte snelle trein zoals de Velaro van Siemens, in ons land bekend al ICE, kost al snel 30 miljoen euro.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl